“Nieuw licht dooft nooit ouder licht uit, maar voegt er aan toe ... Zo is het met het licht der waarheid; de ware toename is door toevoeging, niet door het één door het andere te vervangen.”
— The Watch Tower Reprints, mei 1881, blz. 188Samenvatting:
Het Wachttoren Genootschap betitelt veranderingen in leer als "nieuw licht", en leert dat veranderende inzichten in de loop der jaren juist een bewijs zijn van Gods leiding. Hiervoor beroept men zich op Spreuken 4:18 - "het pad van de rechtvaardigen is als een glanzend licht, dat steeds helderder wordt...". Bij nadere beschouwing blijkt echter dat de inzichten niet "steeds helderder" worden, maar juist tegenstrijdig aan eerdere, dat oude inzichten eenvoudig werden afgedankt of vervangen door willekeurige andere, of dat er teruggekeerd werd naar stellingen die jaren tevoren waren verlaten. De feiten wijzen uit dat "nieuw licht" enkel een manier blijkt om dwaling te rechtvaardigen.
1. “Nieuw Licht” — Progressief inzicht
De leer van het Wachttoren Genootschap is met regelmaat aan verandering onderhevig. Oude inzichten worden losgelaten of vervangen door nieuwe. Voor Jehovah's Getuigen zijn deze aanpassingen echter een bewijs van Goddelijke leiding. Het inzicht is progressief, en in plaats van star aan oude inzichten vast te houden worden, wanneer het Gods tijd is, nieuwe inzichten geopenbaard, zo leert men. Deze nieuwe inzichten worden als "nieuw licht" verwelkomd, hetgeen betrekking heeft op Spreuken 4:18, waar staat:
“het pad van rechtvaardigen is als het glanzend licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is.” (Nieuwe Wereld Vertaling)
Het licht wordt dus steeds helderder, en de inzichten steeds duidelijker, aldus De Wachttoren.
2. "Gods bestemde tijd"
In Wachttoren publicaties wordt regelmatig benadrukt dat de bijbel en profetieën slechts begrepen kunnen worden wanneer het "Gods bestemde tijd" daarvoor is, en dat De Wachttoren Gods instrument is om deze inzichten te publiceren. Nieuwe inzichten worden daarom steevast toegeschreven aan Jehovah zèlf, afwisselend als "antwoord op ernstig gebed of bijbelonderzoek", als rechtstreekse openbaring aan het "gezalfde overblijfsel", of "lichtflitsen van waarheid".
Reeds in 1933 schreef De Wachttoren:
Indien iemand bij een naderenden storm in het donker zit, dan onthullen de bliksemstralen voorwerpen die anders door de duisternis verdonkerd waren. Een enkele straal verlicht het voorwerp waarschijnlijk zeer flauw, maar als andere stralen sneller en sterk komen wordt het voorwerp duidelijker zichtbaar. Zoo is het ook met de waarheid van God's Woord. Nadat de tempel geopend werd en de lichtstralen van God kwamen, en daardoor plasregens die de waarheid voorstelden, toen had God's volk dat hem gewijd was eerst eenig inzicht, maar dat inzicht of begrip bleef toenemen evenals de bliksemen in sterkte vermeerderen. Dit is de reden waarom de waarheid thans beter verstaan kan worden dan in vroegers dagen. Het is God's bestemde tijd voor de waarheid om begrepen te worden, in het bizonder door de leden van zijn organisatie. Het is het voorrecht van degenen die tot zijn organisatie behoorden de aandacht van anderen te vestigen op de vele waarheden en profetieeën die onthuld worden, opdat ook zij zullen zien, moed scheppen en hoop hebben. Het zijn de bliksemstralen van Jehova die het groote "teeken van den Zoon des menschen in den hemel" hebben geopenbaard, namelijk God's groote organisatie."
— De Wachttoren, april 1933, blz. 63Bovendien maakt het Genootschap er aanspraak op dat De Wachttoren boodschappen van God, door engelen doorgegeven, bevat.
3. Kenmerken van Wachttoren-"nieuw licht"
Wie de moeite neemt om de verandering in leer eens nader te bekijken, ontdekt dat er van de aanspraak dat "het licht steeds helderder wordt" weinig klopt. Niet alleen blijken inzichten soms twee of meer keren gewijzigd te zijn, ook wordt wat jarenlang gold als openbaringen van Jehovah losgelaten, of teruggekeerd naar wat men als uit Satan had veroordeeld.
Daarnaast is men in staat om een totáál tegenovergesteld standpunt in te nemen over de identiteit van Christus, leefde men decennia lang met andere veronderstellingen omtrent Jezus' wederkomst, en is de ene na de andere voorspelling voor de datum van Armageddon niet uitgekomen.
Is dit wat verstaan moet worden onder "licht dat steeds helderder gaat schijnen"?
Zig-zaggen?
Heeft het Wachttoren Genootschap zelf een verklaring voor de wisselende inzichten?
“Af en toe heeft de uitleg die door Jehovahs zichtbare organisatie werd gegeven, wijzigingen of aanpassingen te zien gegeven die schijnbaar afweken van voorgaande zienswijzen. Maar dit is niet werkelijk het geval geweest. Dit zou vergeleken kunnen worden met wat in navigatiekringen bekendstaat als "laveren". Door met de zeilen te manoeuvreren, kunnen de zeilers een schip van rechts naar links, en weer terug, laten zigzaggen en ondanks tegenwind toch voortdurend vorderingen blijven maken in de richting van hun doel.”
— De Wachttoren, 15 april 1982, blz. 26-7.Klinkt dit overtuigend? Welk doel zou het Wachttoren Genootschap in gedachten hebben bij het "zigzaggen", en het voortdurend van inzicht veranderen en dit vervolgens als "Gods openbaring" te verkondigen?
4. Conclusie
“Het is een ernstige zaak om God en Christus op een bepaalde manier voor te stellen, dan te ontdekken dat ons begrip van de voornaamste leringen en fundamentele leerstellingen van de Schrift verkeerd was, en daarna weer tot dezelfde leerstellingen terug te keren waarvan wij, door jarenlange studie hadden vastgesteld dat ze onjuist zijn. Christenen kunnen niet weifelen - 'zwak staan' - ten aanzien van zulke fundamentele leringen. Wat voor vertrouwen kan men in de oprechtheid of het oordeel van dergelijke personen stellen?”
— De Wachttoren, 1 november 1976, blz. 668.De conclusie van bovenstaand argument is juist: wat voor vertrouwen kan men in de oprechtheid of het oordeel stellen van dergelijke personen, die dwaling, ónwaarheid en "zigzaggen" als "de waarheid" willen doen voorkomen?
Gaat voor zulke personen en organisaties niet veeleer de les op van het vers dat op Spreuken 4:18 volgt?:
"De weg van de goddelozen is als het donker; zij hebben niet geweten waarover zij blijven struikelen."
— Spreuken 4:19, Nieuwe Wereld Vertaling